Ieder jaar zijn er wel een aantal clubs die ingedeeld worden in een afdeling, waar ze liever niet in hadden gespeeld. Omdat ze pech hebben net op het randje van de regio te zitten, komen ze ineens in een andere wereld terecht. Dit seizoen spelen Twenthe Goor (3B) en Bon Boys (3C) in een competitie zonder goede buren. Worden de nieuwe tegenstanders toch hun verre vrienden? Wij polsen met enige regelmaat hoe het hen vergaat.
Als het goed gaat is er niet zo veel te klagen en zijn uitwedstrijden in Arnhem ineens een minder groot probleem. En met Bon Boys gaat het goed. Wat heet. Riant aan kop met liefst zeven punten voorsprong op twee achtervolgers: DVC’26 en DCS. Trainer Berthil ter Avest kent een flitsende start van zijn eerste avontuur als hoofdtrainer.
“Ja, het begin is goed”, zegt hij droogjes op de constatering dat het wel erg lekker gaat in zijn eerste maanden als hoofdtrainer. Voor Ter Avest was de indeling geen issue, want ook de 3e klasse A was voor hem nieuw geweest. “Ik ben er volledig blanco ingestapt, zonder verwachtingen. Zowel voor wat betreft ons eigen teams als de tegenstanders. Ik wist natuurlijk dat we twee goede aanvallers waren kwijt geraakt (Tayfun Hazir en Youri Gersmann, red.), maar ik had in de voorbereiding al in de gaten dat we kwalitatief een goede groep hebben. Allemaal spelers die kiezen voor de voetballende oplossing. Het vertrek van oudere spelers geeft jonge spelers ook weer de ruimte om hun plaatsen in te nemen en zij doen het gewoon goed. We hebben nu vier jongens in het team die rechtstreeks uit de A-jeugd komen.”
Afgelopen zondag speelde Bon Boys een bijzondere wedstrijd op bezoek bij GSV’38 in Giesbeek. Voor het duel werd de 20-jarige speler herdacht die een week eerder verongelukte. “Het was beladen en ook emotioneel voor de wedstrijd. Maar ook waardig en mooi, voor zover je dat woord hiervoor kunt gebruiken. In het eerste kwartier merkte je dat GSV’38 daardoor extra energie had, maar daarna hebben we het toch gewoon goed opgepakt en ruim gewonnen.”
Ter Avest begrijpt wel dat voor de vaste volgers van de club de indeling in 3C minder leuk is. “Behalve Grol hebben we geen enkele tegenstander uit de buurt. Dat is gewoon jammer. Van veel tegenstanders hebben we bij wijze van spreken nog nooit gehoord. Uit tegen VDZ, dat spreekt niet echt aan natuurlijk. Toch vind ik dat er nog best veel supporters meereizen. En nu het goed gaat groeit die schare ook nog eens.”
Dat veel tegenstanders ook voor Ter Avest onbekend zijn, hoeft volgens hem geen nadeel te zijn. “Als je weinig weet van de tegenstander, hoef je je ook niet aan te passen”, is zijn bijna Cruijffiaanse logica. “Soms is het handig om te weten waar en op wie je moet letten bij de tegenstander, maar een groot gemis is dat niet. We gaan toch altijd uit van onze kwaliteiten en passen ons niet aan de tegenstander aan. En ja, er wordt hier en daar wel gezegd dat 3C een makkelijker afdeling is dan 3A, maar dat zal wel. We hebben nu eenmaal met deze tegenstanders te maken.”
Zondag komt MvR uit ’s Heerenberg op bezoek op De Greune, alweer zo’n onbekende grootheid. “Eén leuk ding kan ik daar wel over vertellen, want oud-Twente speler John Neijenhuis is er trainer. Verder weet ik niet zo veel over MvR.” Ter Avest kan zondag dus in ieder geval herinneringen ophalen aan hun gezamenlijke tijd bij FC Twente. Over de toekomst van zijn team blijft hij voorzichtig. “We staan nu zeven punten voor en tot aan de winterstop zijn er nog negen punten te verdelen. We hopen deze positie natuurlijk zo lang mogelijk vast te houden.”
Laat een reactie achter