In 1836 wordt door de Engelse textielfabrikant Thomas Ainsworth op het snijvlak van de straatweg Almelo-Zwolle en de Regge een weverij en spinnerij gesticht. Rondom de fabriek in de dan nog kale vlakte in de Marke Noetsele ontstaat de nederzetting Nijverdal. De inwoners van het nieuwe dorp komen overal vandaan en zijn dus van allerlei pluimage. Dat is ook te merken aan de verschillende voetbalclubs. Naast een neutrale (vv Nijverdal), een protestantse (SVVN) en een iets strenger protestantse club (DES) heeft ook het katholieke deel van de plaatselijke bevolking vanaf 1920 zijn eigen voetbalclub.
De leden dopen hun nieuwe vereniging Hercules, maar die naam vindt geen genade bij de scherpslijpers van de katholieke bond. Een Griekse halfgod als naam voor een katholieke vereniging is niet aan de orde. De bond verzint gewoon zelf een naam voor de nieuwgeborene. Ze moeten het in Nijverdal maar doen met de naam Viktoria. Punt.
Na vier seizoenen gaat het de nieuwe club steeds meer voor de wind. Een opvallende verschijning in het elftal is doelman Johan Kaizer, tevens één van de oprichters. Vermaard is vooral zijn duiktechniek. Kaizer heeft een atletisch en imposant voorkomen, dat veel ontzag inboezemt. Met gemak zweeft hij naar de bovenhoek om daar de ballen uit het doel te ranselen. Op “het Stort”, waar de club zijn wedstrijden speelt gonst zelfs de mythe rond dat Kaizer is staat is om vanaf de heuvel, waarop het veld ligt, naar het dorp in het dal te zweven.
In datzelfde jaar bereikt Viktoria de landelijke katholieke bond en mag de club zelf een nieuwe naam kiezen. Iemand in het bestuur oppert de naam De Zweef, naar de indrukwekkende vliegkracht van hun keeper en dat voorstel wordt met instemming begroet. En zo is de hoogst spelende club van Nijverdal inmiddels 92 jaar vernoemd naar hun oud-keeper. Niet eens een aan de lopende band scorende spits of een fantastische middenvelder, maar een keeper. Een ballentegenhouder. Hij moet dus echt heel bijzonder zijn geweest.
We mogen ons gelukkig prijzen dat we het niet meer allemaal precies kunnen nagaan. Fotografisch of bewegend bewijs dat Kaizer echt zo’n fantastische zweefduik in huis had is er niet. Dat is maar goed ook. Het zou het mooie beeld van de zwevende Kaizer alleen maar kunnen ontkrachten. Nu blijft hij voor de eeuwigheid de doelman van mythische proporties. Daar kan zelfs geen Hercules tegenop.
Laat een reactie achter