Losser is nog lang niet klaar

Gevierd is de periodetitel zeker, maar bij Losser zijn ze niet in de wolken na dit nieuwe succes. De club die na vijf jaar eindelijk afscheid nam van de kelder van het amateurvoetbal wil eigenlijk direct doorstoten. “We zijn historisch gezien een derdeklasser en daar horen wij ook thuis”, stelt voorzitter Freddie Kuipers.

Jazeker, het was nog lang gezellig zondagavond in de kantine. Successen zijn er om te vieren en de papieren doelstelling is gisteren al bereikt. Toch kijkt bij Losser iedereen verder. De derde klasse is het doel. Dat het een geslaagd feestje was heeft Kuipers van horen zeggen, want hij was er zelf niet bij. Maar dat was niet omdat de periodetitel niet belangrijk genoeg was. “Ik had een verjaardag van mijn dochter. Dat is één van die dingen die nog net iets belangrijker zijn dan voetbal.”

Hoewel er stiekem wel gehoopt was op dit scenario, is er tevredenheid dat het ook dit seizoen allemaal weer in elkaar valt. “Je kunt vooraf van alles bedenken, maar het is toch afwachten of het team sterk genoeg is om mee te doen voor een plek in de nacompetitie. Maar het pakt allemaal heel goed uit. En nu we onze doelstelling hebben bereikt gaan we natuurlijk proberen om mee te doen om het kampioenschap.”

Het moge duidelijk zijn, er is veel ten goede veranderd op sportpark Brilmansdennen. Nog maar een paar jaar terug was de club misschien wel de grootste underachiever van het regionale amateurvoetbal.  Een vereniging met achthonderd leden die 12e wordt op het laagste niveau, dat kan natuurlijk niet. Dat vonden ze bij Losser zelf ook, maar op het moment dat het vlaggenschip spartelde in de vijfde klasse, was er al veel ten goede veranderd. Kuipers legt uit: “Vijf jaar terug zijn we bij elkaar gaan zitten en hebben ons de vraag gesteld. Wat voor club willen we zijn en welke doelstelling hoort daarbij. Historisch gezien zijn we een derdeklasser met af en toe een piek omhoog of omlaag. Daar willen we dus weer naartoe. En om dat vast te kunnen houden we hebben volledig ingezet op de jeugd. Ons doel was om in 2017 met alle selectieteams minimaal hoofdklasse te spelen en dat hebben we bijna bereikt. De F1 werd vorig seizoen zelfs kampioen van heel Noord en Oost Nederland.”

Jeugd opleiden duurt echter lang en dus zit Losser nu in een overgangsfase. Met behulp van wat teruggekeerde oud-spelers en een aantal spelers die bij Quick’20 net buiten de boot vielen is de club aan de opmars richting de derde klasse begonnen. “Daar heeft onze trainer Niek Loohuis een belangrijk aandeel in gehad. Zie het als een soort tussentijdse maatregel, totdat we meer eigen jeugd kunnen invoegen die het vereiste niveau hebben. En, als je succes hebt, heb je al vijftig procent minder problemen.”

En dan speelt er ook nog een mogelijke fusie met AJC’96 op de achtergrond. De fusie- of samenwerkingsplannen zijn aangekaart door de gemeente die op de plek van een deel de sportvelden een sporthal en de hockeyvereniging wilde huisvesten. Die plannen zijn inmiddels van de baan, maar het onderzoek naar de samenwerking gaat toch door. “Daar trekken we het komende jaar voor uit, want het is heel belangrijk dat het zorgvuldig gebeurt. Als het onderzoek klaar is zullen beide clubs dat voorleggen aan de leden en stel dat het dan zou uitdraaien op een fusie dan gaat er nog zeker een jaar overheen. Tot 2018 blijft Losser dus sowieso als zelfstandige vereniging bestaan. Het zijn in alle opzichten boeiende tijden”, besluit Kuipers.